Gegijzeld in verband met uw verkeersboete?!

Gijzeling komt in Nederland bijzonder veel voor. In 2012 speelden, volgens recente berichtgeving in het NRC Handelsblad, bijna 60.000 gijzelingszaken. Dan heb ik het niet over de gijzeling zoals u dat zult kennen van spannende politiethrillers, maar dan doel ik op de gijzeling die de officier van justitie kan vorderen wegens onbetaald gebleven verkeersboetes. U zult bij toewijzing van de vordering een tijdje moeten ‘zitten’, waarmee de officier van justitie probeert om u te prikkelen om de verkeersboete toch te betalen. Kan dat zomaar? Het is toch een bijzonder ingrijpend middel, te meer omdat er niet zoiets bestaat als een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechter. Uit de rechtspraak blijkt dat de rechter de vordering van de officier van justitie regelmatig afwijst; de rechter vindt kennelijk (vaak) van niet.


Sinds de inwerkingtreding van de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften ("Wet Mulder") zijn de meeste, minder ernstige, verkeersdelicten onder het bestuursrecht gebracht. Dat brengt mee dat, wanneer u een verkeersboete opgelegd krijgt waarmee u het niet eens bent, eerst voor u de mogelijkheid open staat van administratief beroep (artikelen 6-8 Wet Mulder). De termijn voor het instellen van administratief is kort, namelijk zes weken. Wordt uw administratief beroep ongegrond verklaard, dan kunt u vervolgens in beroep bij de Kantonrechter (artikelen 9-13 Wet Mulder). Hier geldt wederom een korte termijn van zes weken. Daarenboven geldt als voorwaarde dat u het bedrag van de boete eerst zult moeten betalen alvorens de rechter de zaak in behandeling neemt (artikel 11 Wet Mulder). In de praktijk is daarop veel kritiek in verband met de zogenoemde onschuldpresumptie; moet men niet voor onschuldig worden gehouden tot het tegendeel bewezen is.

De inning van de verkeersboetes is in handen van het Centraal Justitieel Incassobureau ("CJIB"). Het CJIB heeft zich in der loop der tijd bewezen als een starre organisatie. Misschien begrijpelijk vanwege de veelheid van bekeuringen die zij heeft te innen, maar toch ontbreekt het nogal eens aan de menselijke maat. Zonder ook maar enigszins rekening te houden met bijzondere omstandigheden verhoogt het CJIB, bij het uitblijven van betaling, het boetebedrag eerst met 50% en daarna met 100%. Voor velen zal het bedrag dan inmiddels zijn opgelopen tot een bedrag dat niet meer ineens kan worden betaald. Desondanks heeft het CJIB sinds jaar en dag het beleid dat geen betalingsregelingen worden getroffen.

Wanneer betaling, ook nog na deze laatste verhoging, uitblijft dan staan het CJIB dwangmiddelen ter beschikking. De deurwaarder zal in opdracht van het CJIB uw goederen kunnen uitwinnen (artikel 26 Wet Mulder), of verhaal kunnen nemen loon, pensioengelden en/of banktegoeden (artikel 27 Wet Mulder). Het komt echter voor dat ook de deurwaarder de vordering niet bij u geïnd krijgt. Ook vanwege de zogenoemde beslagvrije voet, een wettelijke grens die voor u een minimuminkomen moet garanderen. Wanneer het ook de deurwaarder niet lukt om het bedrag van de boete geïnd te krijgen, dan kan de officier van justitie nog proberen om u te prikkelen om de boete te betalen door uw rijbewijs in te nemen (artikel 28a Wet Mulder) of door uw auto buiten gebruik te stellen (artikel 28b Wet Mulder).

Een allerlaatste middel, dat niet mag worden aangewend voordat is gebleken dat het voorgaande niet tot resultaat heeft kunnen leiden, is dat de officier van justitie de Kantonrechter verzoekt om u te mogen gijzelen (artikel 28 Wet Mulder). Bij toewijzing van de vordering zult u dan naar een huis van bewaring worden overgebracht voor de duur van maximaal zeven dagen per onbetaald gebleven boete. In de regel wordt gijzeling gevorderd voor de duur van een dag voor elke € 50,00 boete, echter volgens de wet geldt een maximum van zeven dagen. De gedachte is dat u, met het moeten ‘zitten' in het verschiet, alsnog wel over de brug zult komen.

Wanneer u bent opgeroepen om voor de rechter te verschijnen, dan staat niet langer ter discussie of de boete nu wel of niet terecht is opgelegd. Het gaat dan nog slechts om de vraag of de gijzeling, omdat het een ingrijpend middel is, wel of niet mag worden toegewezen. U kunt de rechter uitleggen waarom u de boete niet heeft betaald, misschien had u daarvoor een goede reden. Mogelijk kunt u voorts aangeven dat u het CJIB hebt verzocht om een betalingsregeling, maar dat deze daarvan niets wilde weten. U laat dan in ieder geval zien dat u initiatief heeft genomen. Ook zou u kunnen aangeven dat toewijzing van de gijzelingsvordering voor u in het bijzonder ingrijpende gevolgen zal hebben. Met de voornoemde argumenten zult u kunnen proberen om de sympathie van de rechter te winnen. Dat is een eerste stap, echter dat zal nog niet direct leiden tot de afwijzing van de vordering.

Er zijn twee argumenten waarvoor de rechter in het bijzonder gevoelig is gebleken. In de eerste plaats zult u kunnen bepleiten dat u de vordering wel wilt betalen, maar dat u dat simpelweg niet kunt; te meer omdat het CJIB niet aan een betalingsregeling heeft willen meewerken. Het middel van gijzeling zou u moeten prikkelen om, met gevangenneming in het verschiet, de verkeersboete alsnog te betalen. Er moet dan ook een reële verwachting zijn dat u in staat bent om de boetes te voldoen. Indien u de boete niet kúnt betalen, dan schiet het middel haar doel voorbij. Om deze reden wordt de gijzelingsvordering met regelmaat afgewezen. U doet er verstandig aan om, wanneer deze situatie op u van toepassing is, een overzicht te maken van uw inkomsten en uitgaven. Wanneer u de rechter ervan kunt overtuigen dat, in juridische termen, sprake is van betalingsonmacht in plaats van betalingsonwil, dan zal de vordering van de officier van justitie worden afgewezen. Overigens wordt een indicatie voor de betalingsonmacht al gevonden in het feit dat de deurwaarder ook niet in staat is gebleken om het bedrag van de boete op u te verhalen.

In de tweede plaats zal u zich kunnen richten op de ondeugdelijke en onzorgvuldige handelswijze aan de zijde van de officier van justitie. U beroept zich dan op de zogenoemde algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Mogelijk heeft de officier van justitie onzorgvuldig gehandeld door onvoldoende (aantoonbaar) te hebben geprobeerd om het boetebedrag met behulp van minder ingrijpende middelen geïnd te krijgen. Ook kan worden bepleit dat de officier van justitie zijn vordering niet voldoende motiveert, wanneer hij ter zitting zou volstaan met standaardformuleringen die geen recht doen aan de rechten van de burger in een individuele procedure. Voorts zal het handelen van de officier van justitie als onzorgvuldig kunnen worden bestempeld wanneer reeds eerder een gijzelingsvordering ter beoordeling van de rechter heeft gelegen, en deze door de rechter is afgewezen. De rechter verwacht van de officier van justitie, voor een goede beoordeling van de positie van de schuldenaar, dat hij de boetes zoveel mogelijk bundelt. Ook wanneer de rechter ervan kan worden overtuigd dat de handelswijze van de officier van justitie in strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zal de rechter de gijzelingsvordering afwijzen.

Mocht de rechter de gijzelingsvordering afwijzen, dan betekent dat echter nog niet dat de verkeersboete daarmee ook komt te vervallen. De gijzelingsvordering is weliswaar afgewezen, maar de boete - waarvan reeds vast was komen te staan dat deze verschuldigd is - blijft bestaan. In de praktijk echter zal de vordering bij het CJIB op oninbaar worden gesteld. Bij gijzelingszaken gebeurt het overigens ook dat de rechter de officier van justitie in overweging geeft om een betalingsregeling overeen te komen. Het CJIB had zich moeite en kosten kunnen besparen wanneer zij direct een betalingsregeling waren overeengekomen.

Kort en goed geldt dus dat de vordering gijzeling vanwege een onbetaald gebleven verkeersboete, voor de officier van justitie niet een ‘appeltje, eitje' is. Mits u de juiste argumenten aanvoert, maakt u een goede kans om aan gijzeling te ontkomen. Het staat u vrij om daar een advocaat als gemachtigde bij te betrekken, die u voorlicht en zo nodig voor u het woord voert. Wij staan u in zaken als deze, in de regel op pro-deo basis bij.

Meer nieuws Nieuwsbrief

Actueel

  • Wetsvoorstel Modernisering Concurrentiebeding, doorgeschoten regeling?
    Lees meer
  • Het risico van een té uitgebreide ontslagbrief.
    Lees meer
  • Inzage in medisch dossier door jurist? De Hoge Raad geeft antwoord.
    Lees meer

Meer nieuws Nieuwsbrief

Advocaten en juristen

Wim Bulthuis

Advocaat

Ivo van der Meer

Advocaat

Cynthia Grondsma

Advocaat

Dirk-Jan Westra

Advocaat

José Kemper

Advocaat

Willemijn Kuper

Advocaat

Lisa Blankestijn

Advocaat

Ayla Bosma

Advocaat

Femke de Jong

Advocaat

Aimée Tjalma

Advocaat

Gido Kalfsbeek

Juridisch medewerker

Alle advocaten en juristen

Deze website gebruikt cookies Ok