Wetsvoorstel Modernisering Concurrentiebeding, doorgeschoten regeling?

Het Wetsvoorstel Modernisering Concurrentiebeding is in internetconsultatie gegaan. In de kranten staat dat dit werkgevers geld gaat kosten en het wisselen van een baan een stuk makkelijker wordt. Is dit echt zo?

Achtergrond van het wetsvoorstel is dat het concurrentiebeding nu vaak ‘standaard’ in arbeidsovereenkomsten zou worden opgenomen, terwijl er geen sprake is van daadwerkelijke bedrijfsbelangen die een concurrentiebeding noodzakelijk maken. Hierdoor zou het concurrentiebeding onnodig beperkend werken en de doorstroom op de krappe arbeidsmarkt hinderen.

Het wetsvoorstel beoogt:

Voorgestelde veranderingen
Het wetsvoorstel scherpt de bestaande regels voor concurrentiebedingen (die staan opgenomen in artikel 7:653 BW) aan door te bepalen dat:

De aanscherpingen uit dit wetsvoorstel hebben ook betrekking op andere post-contractuele bedingen, zoals relatiebedingen of anti-ronselbedingen. Geheimhoudingsbedingen vallen echter niet onder de scope van het wetsvoorstel.

Verder is in het wetsvoorstel opgenomen dat een concurrentiebeding pas van toepassing kan zijn indien de werkgever zich schriftelijk en tijdig op het beding beroept. Het uitgangspunt in dit kader is uiterlijk één maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst.

Hoewel het wetsvoorstel voorziet in overgangsrecht voor reeds overeengekomen concurrentiebedingen, zullen werkgevers de vergoeding wel verschuldigd zijn wanneer zij een beroep op het beding doen.

Reactie op het voorstel
Zoals ook wel uit de toelichting bij het wetsvoorstel volgt, lijkt bij dit wetsvoorstel vooral rekening te worden gehouden met werknemersbelangen. Vanuit de werkgeverszijde is dit dan ook de eerste kritiek.

Oneigenlijke inzet van concurrentiebedingen door werkgevers lijkt bijna als uitgangspunt te worden genomen, terwijl er toch ook genoeg werkgevers zijn die wel goed onderbouwd en in een terechte situatie een concurrentiebeding en/of relatiebeding inzetten. In de Memorie van Toelichting wordt het relatiebeding ook onder het wetsvoorstel gebracht. Voor werkgevers ligt dit gevoelig. Een mooi klantenbestand is immers niet zomaar opgebouwd en het ligt dan ook voor de hand dat je dit goed wilt beschermen. Aan het beschermen van deze relaties lijkt dus per definitie een prijskaartje te gaan hangen.

Hoewel in het algemeen voor de bescherming van de werknemer als ‘underdog’ veel valt te zeggen, moet ervoor worden gewaakt dat regelgeving in dit kader niet zijn doel voorbij schiet en de andere belangen uit het oog verliest. In het wetsvoorstel ontbreekt enige nuance of bescherming van werkgeversbelangen in het geval van een oneerlijke of berekenende werknemer. Hoe wordt voorkomen dat een werkgever niet ten onrechte een vergoeding betaalt doordat een werknemer bijvoorbeeld zegt dat hij in dezelfde branche gaat werken terwijl dit niet zo is? Of de situatie dat een werknemer suggereert naar een andere branche over te stappen om hiermee te voorkomen dat een werkgever een tijdig beroep op het concurrentie of relatiebeding doet? Dit zal leiden tot voor werkgevers onredelijke uitkomsten.

Van een werknemer mag toch ook tot op zekere hoogte verwacht worden dat hij zich bewust is van waarmee hij instemt bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst. Een werknemer tekent voor een concurrentie- en/of relatiebeding. Natuurlijk zijn er werknemers waarvan wellicht niet verwacht kan worden dat zij de betekenis en strekking van een concurrentiebeding kunnen overzien, echter betreffen dit over het algemeen ook functiegroepen waarvoor een concurrentiebeding niet valt te motiveren. In deze gevallen houdt een concurrentiebeding op basis van de bestaande lijn in de juristprudentie nu al geen stand. 

De voorgestelde wijzigingen die zien op het beperken qua duur, geografisch bereik en de motiveringsplicht zijn in lijn met de huidige juristprudentie. Op deze onderdelen is het wetsvoorstel dan ook weinig vernieuwend en lijkt het niet veel meer te zijn dan een codificatie van een reeds bestendige praktijk. Weliswaar wordt de motiveringsplicht nu heel uitdrukkelijk uitgebreid naar contracten voor onbepaalde tijd, uit de rechtspraak volgt dat nu ook al van werkgevers wordt verwacht dat zij een beroep op een concurrentiebeding goed kunnen motiveren. Voor bevordering van de arbeidsmobiliteit of de grondwettelijke vrijheid van arbeid lijkt dit wetsvoorstel dan ook niet nodig.

Vanuit werknemerszijde ziet de eerste kritiek op het voorstel vooral op de praktische uitvoering. Dat bijvoorbeeld niet duidelijk is op welk moment werkgevers de vergoeding moeten betalen, hoe dit fiscaal moet worden gezien en ook dat er geen stimulans is voor een relatiebeding met een korte periode dan één jaar.

Tot slot
Om terug te komen op de vraag uit de inleiding: ik betwijfel of dit wetsvoorstel er toe leidt dat het wisselen van baan een stuk makkelijker zal worden. Dit valt denk ik wel mee, nu thans in de jurisprudentie ook al kaders worden gesteld aan concurrentiebedingen. Wel denk ik dat dit wetsvoorstel een kostenpost voor werkgevers zal opleveren, die naar mijn mening in lang niet alle gevallen goed valt te rechtvaardigen. Gelet op de kritiek die toch wel op het voorstel valt te uiten, vraag ik mij dan ook af of het voorstel in deze vorm stand zal houden.

Wilt u als werkgever of werknemer advies of meer informatie over concurrentie- en/of relatiebedingen? Of hebt u andere vragen op het gebied van het arbeidsrecht? Neemt u dan gerust contact met ons op via kuper@rgadvocaten.nl of 058 - 21 22 444.

Thema: Arbeid
Auteur: mr. Willemijn Kuper

Meer nieuws Nieuwsbrief

Actueel

  • Digitale error komt voor risico van de advocaat
    Lees meer
  • Wro of Omgevingswet bij een gewijzigd bestemmingsplan?
    Lees meer
  • Wetsvoorstel Modernisering Concurrentiebeding, doorgeschoten regeling?
    Lees meer

Meer nieuws Nieuwsbrief

Advocaten en juristen

Wim Bulthuis

Advocaat

Ivo van der Meer

Advocaat

Cynthia Grondsma

Advocaat

Dirk-Jan Westra

Advocaat

José Kemper

Advocaat

Willemijn Kuper

Advocaat

Lisa Blankestijn

Advocaat

Ayla Bosma

Advocaat

Femke de Jong

Advocaat

Aimée Tjalma

Advocaat

Gido Kalfsbeek

Juridisch medewerker

Alle advocaten en juristen

Deze website gebruikt cookies Ok